Voor de begroting van de door een ontbinding veroorzaakte schade is de rechtbank uitgegaan van een algemeen aanvaarde – ook door [geïntimeerden] zelf gehanteerde – methode. Aan die methode is inherent dat de werkelijke en de fictieve situatie op een bepaald peilmoment worden vergeleken en dat die vergelijking bepalend is voor de te begroten schade. Eventuele op de peildatum te voorziene toekomstige ontwikkelingen kunnen, afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, bij de vergelijking worden betrokken, maar dat betekent niet dat latere feiten die tot een andere berekening zouden hebben geleid indien deze op de peildatum bekend zouden zijn geweest, zouden moeten meebrengen dat een daaruit blijkende hogere schade als toekomstige schade zou moeten worden beschouwd.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 26-07/22 inzake ABC Wonen (ECLI:NL:GHSHE:2022:2547)
Noot: gebruikelijke aanpak: de werkelijke situatie vergelijken met de fictieve situatie zoals die geweest zou zijn als de transactie gewoon doorgang had gevonden.