Veroordeling tot medewerking notariële levering

Bever c.s. heeft niet aannemelijk gemaakt dat aanvullende afspraken in de leveringsakten moeten worden opgenomen. Naar het voorshands oordeel van het hof dienen de koopovereenkomsten nu nagekomen te worden door levering. De kans dat later in een bodemprocedure komt vast te staan dat er mondeling nadere afspraken zijn gemaakt, acht het hof gering en, alles overwegende levert dit onvoldoende grond op om Bever c.s. nu niet te gebieden medewerking aan de leveringen te verlenen.

Bever c.s. heeft in haar brief van 23 november 2021 geschreven dat er nog beslag lag en Wvg-aantekeningen waren, terwijl in de koopovereenkomsten telkens staat dat de leveringsakte pas zal worden verleden binnen twee weken nadat het verkochte vrij en onbezwaard alsmede vrij van aantekeningen in de zin van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten geleverd kan worden. (zie in 2.6 onder d).

Hof: Het was aan Bever c.s., als redelijk handelend verkoper, om stappen te zetten waarmee de Percelen (tijdig) vrij en onbezwaard door derden zouden zijn.

Het is juist dat de Gemeente voor een aantal Percelen heeft laten aantekenen dat een voorkeursrecht ter verkrijging in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) geldt. Dit betekent dat Bever c.s. de betreffende percelen eerst aan de Gemeente moet aanbieden voordat hij ze aan [appellante] , of aan een andere derde, vervreemdt. Beide partijen wisten dat. Zij hebben over de Wvg-aantekening een onderlinge regeling in de koopovereenkomsten opgenomen. Na de verkoop heeft de Gemeente bij brief van 9 november 2021 schriftelijk ingestemd met die verkoop aan [appellante] van de Percelen waarop de Gemeente een voorkeursrecht had. De Gemeente heeft de nietigheid van de koopovereenkomsten ingeroepen (op grond van artikel 26 lid 2 Wvg), maar dat verzoek vervolgens ingetrokken en uitdrukkelijk ingestemd met de verkoop aan [appellante] . Daardoor staat het voorkeursrecht in de zin van de Wvg niet (meer) in de weg aan de geldigheid van de koopovereenkomsten en aan de levering binnen twee weken na 9 november 2021 aan [appellante].

Gerechtshof De Haag 13-06/22 kort geding inzake Onroerend Goed BV en Bever (ECLI:NL:GHDHA:2022:1041)