Maatstaf: planmaximalisatie; Zie de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28 september 2016 onder 2.1 en 2.3, ECLI:NL:RVS:2016:2582. Oude planologische regime stond ook al kanovaart toe:
“De op de plankaart voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor waterberging, waterhuishouding; waterlopen en oeverstroken, – voor zover van toepassing – voor de scheepvaart, met de daarbij behorende andere bouwwerken, waaronder bruggen, dammen en/of duikers en voorzieningen.”
Vast staat dat het begrip “scheepvaart” niet wordt omschreven in de planregels van het oude bestemmingsplan. De rechtbank heeft daarom terecht overwogen dat het college voor de uitleg van dit begrip heeft kunnen aansluiten bij de betekenis die daaraan in het algemeen spraakgebruik en in andere wetgeving wordt gegeven. In het Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal is scheepvaart omschreven als: “het varen met schepen als economische activiteit, het reizen en vervoeren te water en al wat daarmee samenhangt”. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het college, in navolging van de SAOZ, terecht heeft aangenomen dat kanovaart reizen te water is en dus onder het begrip scheepvaart valt.
ABRS 30-03/22 inzake Heerde (ECLI:NL:RVS:2022:963)