In verband met bebouwingsvrije zone zou voor realisering brandstofverkooppunt deel bestaande bebouwing geamoveerd moeten worden.
ABRS: Daarbij is van belang dat de situatie dat er op het perceel in de bestaande situatie als gevolg van de bebouwingsvrije zone onvoldoende ruimte is om een brandstofverkooppunt te realiseren, op zichzelf nog niet maakt dat het vervallen van deze functie niet tot een planologisch nadeel leidt. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen is bij de vraag of een aanvrager als gevolg van een planologische situatie schade lijdt, niet de feitelijke situatie van belang, maar hetgeen maximaal op grond van het oude planologische regime kon worden gerealiseerd, ongeacht of verwezenlijking heeft plaatsgevonden (zie de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28 september 2018, ECLI:NL:RVS:2016:2582, onder 2.1). Gemeente heeft onvoldoende beoordeeld of en zo ja, in hoeverre het realiseren van de maximale mogelijkheden van het oude planologische regime te verwachten was en rendabel zou zijn geweest.
In nieuw besluit B&W is aan de hand van een nader uitgebracht taxatierapport overwogen dat afbraak deel bestaande gebouwen om brandstofverkooppunt te kunnen realiseren, onrendabel is. ABRS: aldus niet van schade gebleken.
ABRS 02-03/22 inzake Voorst (ECLI:NL:RVS:2022:629)
Noot: dus niet de feitelijke situatie maar de Highest and Best Use als basis. Bij berekening van de waarde bij gebruik anders dan het feitelijke gebruik moeten kosten die daarvoor gemaakt moeten worden – zoals sloopkosten – worden meegerekend.