Te hoge canon wegens wilsgebrek? (art. 3:44 BW)

Gemeente Amsterdam heeft de erfpachter bij conversie die te hoge canon “opgedrongen”.

Om, uitgaande van de redelijke canon zoals die in het deskundigenbericht van dhr Roos is berekend, te kunnen concluderen dat misbruik van omstandigheden is gemaakt, moet echter aan een aantal vereisten zijn voldaan. Allereerst is van belang uit te maken of de eenzijdig door de gemeente vastgestelde canon, in verhouding tot de conclusies waartoe het deskundigenrapport van Roos komt, onredelijk hoog is geweest. De gemeente heeft niet de overweging van de rechtbank (rov. 2.8 uit het vonnis van 7 maart 2018) bestreden dat de door haar geoffreerde bedragen 47% (voor de jaarlijkse canon) tot 97,5% (voor de 25 jaar vaste canon) boven de door de deskundige voor die periode berekende marktconforme bedragen liggen.

De rechtbank heeft de genoemde jaarlijkse afwijking van 97,5% die de door de gemeente gehanteerde jaarlijkse canon voor 25 jaar heeft ten opzichte van het canonbedrag dat volgens het deskundigenbericht van Roos marktconform, en dus redelijk, is, buitenproportioneel geoordeeld. Het hof onderschrijft die conclusie. Daarmee staat vast dat de door de gemeente vastgestelde canon onredelijk hoog is geweest.

Gerechtshof Amsterdam 05-10/21 inzake Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2021:2988)