De familie [eiser] heeft in de nota van mr. Smit, die is overgelegd als productie 2 bij de akte houdende producties, die mr. Smit als ingelast in zijn pleidooi wil zien aangemerkt, betoogd dat het gaat om de stelling in de dagvaarding in eerste aanleg en de memorie van grieven dat de gemeente [plaats] op grond van het gelijkheidsbeginsel het perceel van de familie [eiser] had moeten aankopen of onteigenen.
Het oordeel dat de gemeente op zakelijke gronden heeft besloten het perceel van de familie [eiser] niet aan te kopen is eveneens op meerdere grondslagen gebaseerd, onder meer op de in cassatie onbestreden vaststelling in rov. 9.1.2 dat de gemeente in 2000 een voorkeursrecht heeft gevestigd op de percelen die zij later heeft aangekocht maar niet op het perceel van de familie [eiser] . Op de aangekochte percelen, ten zuiden van de [b-straat] – [a-straat] , heeft de gemeente Borne in 2000 een voorkeursrecht gevestigd op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Op het perceel van [eiser] daarentegen is nooit een voorkeursrecht gevestigd.
In dit verband wijst het verwijzingshof ook op de Nota van Uitgangspunten voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein (zie rov. 9.1.5) en het voorbereidingsbesluit van 28 oktober 2004. Ook daarin valt het perceel van [eiser] buiten het plangebied van het bestemmingsplan (zie rov. 9.1.8, onbestreden in cassatie). Pas in het najaar 2004 heeft de gemeente onderzocht of genoemd perceel binnen het bestemmingsplan kon worden gebracht, om de bedrijfsactiviteiten van [eiser] die daar plaatsvinden te legaliseren.
Conclusie A-G 17-09/21 inzake Borne (ECLI:NL:PHR:2021:840)
Betreft: bestemmingsplan bedrijventerrein De Veldkamp gemeente Borne. Een al wel heel lang slepende zaak. Bij gelijkheidsbeginsel moet sprake zijn van gelijke zaken en daar is veelal geen sprake van.