Uit de uitspraken van de Afdeling van 9 juni 2021, ECLI:NL:2021:RVS:20201:1213, 18 maart 2020, ECLI:NL:2020:RVS:793 en 25 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:856, volgt als hoofdregel dat het overgangsrecht van het nieuwe bestemmingsplan niet bij de planvergelijking en de taxatie van de waarde van een onroerende zaak mag worden betrokken. Alleen de aard en omvang van het overgangsrecht zelf kunnen aanleiding zijn voor een uitzondering op deze hoofdregel. Een dergelijke uitzondering doet zich in deze zaak niet voor.
De taxateur heeft dan ook bij de taxatie van de waarde van de boomgaard op de gronden met de nieuwe bestemming “Groen” ten onrechte rekening gehouden met het overgangsrecht in het nieuwe bestemmingsplan 2. [appellant] heeft terecht aangevoerd dat de SAOZ de waarde van zijn percelen onder het nieuwe planologische regime op een te hoog bedrag heeft getaxeerd. Het college mocht het SAOZ-advies in zoverre niet aan zijn besluit van 6 april 2020 ten grondslag leggen. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
ABRS 29-09/21 inzake Midden-Groningen (ECLI:NL:RVS:2021:2179)
Noot: let wel: uitzondering op de hoofdregel is mogelijk