Dat leidt er toe dat het nieuwe plan het uitzicht van de aanvragers in zuidelijke richting aanzienlijk verslechtert. Daarbij moet volgens het advies wel rekening gehouden worden met de relatief ruime tussenliggende afstand van ongeveer 70 meter tussen de woningen van de aanvragers en de nieuwe woningen. De ernst van de inbreuk is verder afhankelijk van de ligging ten opzichte van het plangebied en verschilt daardoor per individu. Verder wordt de situeringswaarde aangetast doordat een redelijk extensief gebruik van de gronden wordt gewijzigd in een intensief woongebied. Hierdoor wordt hun woonomgeving bovendien onrustiger. Het normale maatschappelijke risico, dat wil zeggen het deel van de schade dat voor rekening van de aanvrager gelaten moet worden, bedraagt volgens het advies in dit geval 2% van de waarde van de woningen voorafgaand aan de planologische wijziging.
Gelijkheidsbeginsel
[appellant A] en anderen betogen dat het besluit is vastgesteld in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Zij voeren aan dat aan de bewoners van woningen aan het Rugstreeppad, die ook schade lijden als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “De Verwondering”, een hogere vergoeding – bruto 8% (netto 6%) van de oorspronkelijke waarde van hun woningen- is toegekend dan aan hen, terwijl deze woningen op dezelfde afstand staan van het plangebied als hun woningen. Bovendien is de inbreuk op hun uitzicht en privacy groter en ook de geluidoverlast ter plaatse van hun woningen is volgens hen erger dan bij de woningen aan het Rugstreeppad.ABRS: De stelling van [appellant A] en anderen dat de afstanden gelijk zijn tot het plangebied, kan de Afdeling niet volgen. Bij het bepalen van de afstand is niet de afstand tot de plangrens bepalend, maar tot de gronden waaraan de bestemming “Woongebied -2” is toegekend, aangezien deze bestemming bepalend is voor de nadelige ruimtelijke effecten die het nieuwe plan voor de omwonenden tot gevolg zal hebben. Deze afstand is in de situatie van [appellant A] en anderen drie keer zo groot als bij de woningen aan het Rugstreeppad. Het college heeft zich gelet op dit verschil terecht op het standpunt gesteld dat de nadelige effecten van het nieuwe plan voor de bewoners van de woningen aan het Rugstreeppad groter zijn dan voor de bewoners van de woningen aan de [vier locaties].
ABRS 08-09/21 inzake Nieuwkoop (ECLI:NL:RVS:2021:2021)
Noot: hier blijkt wederom dat het aanvechten van taxaties van de planschade adviseur lastig is. Bovendien is van (exact) gelijke gevallen waardoor het gelijkheidsbeginsel van toepassing is, zelden het geval.