De rechtbank overweegt dat verweerder het nieuwe advies heeft mogen volgen ten aanzien van de taxatie van het object, de gemaakte planologische vergelijking en de vaststelling van de hoogte van de schade, maar niet ten aanzien van het normaal maatschappelijk risico. Omdat de projectlocatie volgens de rechtbank voor een groot deel als een uitbreidingslocatie aangemerkt dient te worden, de ontwikkeling niet in het gemeentelijk beleid paste en qua aard en omvang ook niet in de agrarische structuur van de omgeving, lag de ontwikkeling in zoverre niet in de lijn der verwachting. De rechtbank stelt – zelf voorziend – het normaal maatschappelijk risico op 3% vast en stelt het planschadebedrag dienovereenkomstig bij.
De rechtbank volgt [eisers] in diens betoog en is van oordeel dat verweerder ontoereikend heeft gemotiveerd waarom in dit geval een normaal maatschappelijk risico van 4% in plaats van de door de SAOZ geadviseerde drempel van 3% dient te worden gehanteerd. Woningbouw in aansluiting op de bestaande kern is in beginsel een normale maatschappelijke ontwikkeling maar in dit geval lag die niet in de lijn der verwachting. De omstandigheid dat een bepaalde planologische ontwikkeling als een normale maatschappelijke ontwikkeling is aan te merken, betekent op zichzelf namelijk nog niet dat deze planologische ontwikkeling in de lijn der verwachtingen lag (uitspraak van de Afdeling van 29 oktober 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3851)
Rechtbank Limburg 27-07/21 inzake Roerdalen (ECLI:NL:RBLIM:2021:5953)
Noot: eerste advies NMR 3% en tweede advies NMR 4%, daar waar derde belanghebbende 5% betoogde.
Eerste advies totale waardedaling € 13.000 en twee advies € 9.000. Voor taxateurs zijn de verschillen in wederzijdse taxaties van waarde “voor de ramp” en waarde “na de ramp” niet onbegrijpelijk groot, maar een gelaedeerde kan het verschil in uitkomst wel als onverklaarbaar groot ervaren.