Schadeplicht gemeente bij beëindiging samenwerking ontwikkelaar?

Geschil tussen gemeente en projectontwikkelaar (RVG) over beëindiging samenwerkingsovereenkomst (SOK) door gemeente. Het hof komt tot het oordeel dat de gemeente de samenwerkingsovereenkomst mocht beëindigen en geen vergoeding aan de projectontwikkelaar verschuldigd is.

De rechtbank Noord-Nederland heeft in haar vonnis van 7 november 2018 de vorderingen van RVG gedeeltelijk toegewezen.

Het hof zal de vorderingen van RVG afwijzen, omdat de gemeente de overeenkomsten op goede gronden heeft beëindigd.

De conclusie is dat RVG ernstig toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van wezenlijke verplichtingen uit de SOK.

Uit wat hiervoor is overwogen, volgt dat de vordering van RVG tot ontbinding en schadevergoeding vanwege die ontbinding faalt. Omdat de gemeente het recht had de SOK met onmiddellijke ingang te beëindigen, is zij door deze beëindiging niet toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de SOK (en de daarmee samenhangende, of daarop voortbouwende) overeenkomsten.

Volgens RVG is sprake van ongerechtvaardigde verrijking. Zij heeft veel kosten gemaakt voor het (laten) ontwerpen van plannen, schetsen, tekeningen en ontwerpen. De gemeente heeft (in elk geval een deel van) deze stukken gebruikt voor de nieuwe ontwikkelingen in het gebied. Zij heeft daarmee geprofiteerd van, is verrijkt door, de inspanningen en kosten van RVG, die daardoor is verarmd.

De gemeente heeft gemotiveerd bestreden dat zij is verrijkt door de genoemde stukken. Volgens de gemeente kan zij niets met deze stukken. Wat daar ook van zij, het hof volgt de rechtbank in haar beslissing dat de verrijking, als daar al sprake van is, niet ongerechtvaardigd is. De verrijking vindt immers haar grondslag in de SOK en de daarmee samenhangende overeenkomsten. Het hof laat dan nog daar dat in artikel 13.5 van de SOK is bepaald dat indien de gemeente de overeenkomst (onder meer) op grond van artikel 13.1 beëindigt, zij het recht heeft de overeenkomst met een ander voort te zetten of om een vergelijkbare overeenkomst aan te gaan zonder dat zij jegens RVG tot schadevergoeding is verplicht.

Ook de op ongerechtvaardigde verrijking gebaseerde vordering van RVG tot schadevergoeding faalt om deze reden.

Hof Arnhem-Leeuwarden 29-06/21 inzake Tynaarlo (ECLI:NL:GHARL:2021:6373)