Niet in geschil is dat het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan een concreet beleidsvoornemen in de hiervoor bedoelde zin inhoudt en dat dit voorontwerp voldoende is om voorzienbaarheid tegen te werpen. Evenmin is in geschil dat het voorontwerp vanaf 10 maart 2011 ter inzage is gelegd en dat het college voorafgaand daaraan folders heeft verspreid om het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan onder de aandacht te brengen. In geschil is of in dit geval de inhoud van de folder voldoende is om voorzienbaarheid te kunnen tegenwerpen. Daarbij is het in dit geval in het bijzonder de vraag, of bezien vanuit de positie van een redelijk denkend en handelend eigenaar, op basis van deze openbaarmaking aanleiding bestond om er rekening mee te houden dat het voorontwerp mede betrekking heeft op het gebied waarin het perceel is gelegen en dat daarom van [appellant] mocht worden verwacht dat hij het voorontwerp zou raadplegen. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 5 december 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3966). Dat in de folder het woord dorpskernen is vermeld, betekent niet dat [appellant], als redelijk denkend en handelend eigenaar van het perceel, in de gegeven omstandigheden zonder meer mocht aannemen dat het voorontwerp voor hem niet van belang zou zijn.
ABRS 23-12/20 inzake Schagen (ECLI:NL:RVS:2020:3066) en (ECLI:NL:RVS:2020:3068)
Noot: Vergelijk de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28-09/16 (ECLI:NL:RVS:2016:2582) onder 5.32 en 5.33.
Noot 2: planschade c.q. planologische beperking niet gelijk te stellen met onteigening.