RIVM onderzoekt verschillen tussen berekend geluid en de praktijk

Rijkswaterstaat en ProRail berekenen, als beheerders van de rijkswegen en spoorwegen, elk jaar hoeveel geluid het verkeer op de weg en het spoor maakt. Het RIVM toetst de resultaten met metingen in de Geluidmonitor. Belangrijk aandachtspunt hierbij is hoe aannames in de rekenmethode over de gemiddelde hoeveelheid geluid van voertuigen en treinen zich verhouden tot de praktijk. De afgelopen jaren bedroegen de verschillen tussen meten en rekenen gemiddeld 2 decibel bij het wegverkeer en 0 decibel bij het spoorverkeer.
Om de oorzaken van de verschillen te vinden, heeft het RIVM de belangrijkste factoren onder de loep genomen die invloed hebben op geluid. Hierbij is gekeken naar de effecten van banden en naar de kwaliteit van het wegdek. Daarnaast is onderzocht hoeveel geluid afzonderlijke voertuig- en treintypen produceren.

RIVM publicatie 12-06/20

Noot: in de praktijk maken de taxateurs van Hoogstate regelmatig mee dat de (toegenomen) geluidoverlast als ingrijpender wordt ervaren dan uit de modellen blijkt.