Deze fundamentele verschillen tussen onteigening in de zin van de onteigeningswet en herverkaveling werken ook door in het te hanteren waardebegrip. Het is een gemeenplaats dat het begrip ‘waarde’, ook waarde van eigendom, niet eenduidig is. Dat geldt ook voor het begrip ‘gebruikswaarde’.12 In een juridische context wordt de inhoud van dat begrip bepaald door de inhoud van de wettelijke regeling die om toepassing vraagt en de aan die regeling ten grondslag liggende beginselen. Als uw Raad in de beschikking Saasveld-Gammelke spreekt van een verschil in gebruikswaarde dat via de LGR dient te worden verrekend, ontleent dat waardebegrip zijn inhoud dus aan het stelsel van de Wilg. Het begrip ‘gebruikswaarde’ in de zin van de Wilg kan niet gelijk worden gesteld aan het begrip ‘werkelijke waarde’ in de zin van art. 40b Ow. Laatstbedoelde waarde wordt vastgesteld door vergelijking met koop van het onteigende in het vrije commerciële verkeer, wat past bij een compensatie voor de eigendomsontneming in (uitsluitend) geld. In het geval van herverkaveling staat een ander waardebegrip centraal, door uw Raad aangeduid als de gebruikswaarde. De juiste afgrenzing van dat begrip is, zoals hierna zal blijken, mijns inziens niet geheel zeker, maar behoort in ieder geval aan te sluiten bij het uitgangspunt van herverkaveling dat compensatie in de eerste plaats plaatsvindt door toedeling van zoveel mogelijk gelijkwaardige gronden.
Vindt bij de herverkaveling toewijzing plaats aan een openbaar lichaam of andere rechtspersoon voor natuur, landschap, openluchtrecreatie en andere voorzieningen van openbaar nut, dan is in zoverre wél de werkelijke waarde de maatstaf (art. 57 lid 1 Wilg). Dat is consistent, want in dat geval doen alle hiervoor aangeduide fundamentele verschillen tussen herverkaveling en onteigening volgens de onteigeningswet, zich juist niet voor.
Conclusie A-G Valk inzake Herverkaveling Boekelo-Twekkelo 01-11/19 (ECLI:NL:PHR:2019:1148)