Waarde bouwgrond zorginstelling, waarbij voor het overgrote deel van de bouwkavel een bouwverbod (nieuwe planologische regime) is gaan gelden.
StAB: Op de peildatum was het perceel geheel onbebouwd. Bij het bepalen van de waarde wordt uitgegaan van de grondprijzen. Op de peildatum had het perceel onder het oude planologische regime een waarde van € 3.320.000,00 en onder het nieuwe planologische regime een waarde van € 850.000,00. Dat betekent dat de planologische verandering tot een waardevermindering van € 2.470.000,00 heeft geleid.
StAB: De vergroting van geluidcontouren ten behoeve van de groeimogelijkheden van een bestaande regionale luchthaven is op zichzelf een normale maatschappelijke ontwikkeling. Genomede bijzondere omstandigheid zorgt er in dit geval voor dat de combinatie van de ontwikkeling (verruiming geluidcontour) en de daaruit voortvloeiende beperking in de bouwmogelijkheden voor de eigenaar van de onroerende zaak niet in de lijn der verwachtingen lag. De afstand tussen het perceel en de luchthaven is hemelsbreed ongeveer 2,7 km. Het perceel bevindt zich ten noordoosten van de luchthaven en ligt op de route van het vliegverkeer. Het perceel lag dus reeds in de invloedsfeer van de luchthaven. De planologische verandering heeft geleid tot een aanzienlijke waardevermindering. Verder is van belang dat het gaat om directe planschade, schade ten gevolge van een ontwikkeling op de gronden van PG, waarvoor de wetgever geen forfaitaire drempel heeft gesteld.
Gelet op deze omstandigheden, in samenhang bezien, ligt het niet in de rede om een deel van de schade als behorend tot het normale maatschappelijke risico aan te merken, aldus de StAB.
ABRS: Dat de voor PG nadelige planologische ontwikkeling ten tijde van de aankoop van het perceel niet voorzienbaar was, laat onverlet dat schade als gevolg van die ontwikkeling geheel of gedeeltelijk binnen het normale maatschappelijke risico valt, indien en voor zover de ontwikkeling in de lijn der verwachtingen lag. De StAB heeft ten onrechte betekenis toegekend aan het handelen of nalaten van het college in de periode van 11 januari 2012 tot 5 juli 2012.
Het betoog slaagt in zoverre.
Uit rechtsoverweging 14.5 volgt dat het verslag van de StAB van 20 juli 2018 op dit onderdeel een gebrek vertoont. De Afdeling acht bij de tegemoetkoming in planschade een relatief geringe aftrek wegens normaal maatschappelijk risico, gelet op hetgeen onder 14.6 is overwogen, gerechtvaardigd omdat enig risico, gelet op de normale maatschappelijke ontwikkeling in het plangebied, niet uitgesloten was. De Afdeling ziet daarom aanleiding voor het hanteren van een drempel van 2 procent van de waarde van het perceel onmiddellijk vóór het ontstaan van de schade. De drempel is gelijk aan € 66.400,00.
ABRS 26-06/19 inzake Lansingerland (ECLI:NL:RVS:2019:1992)