Van een handelsovereenkomst als bedoeld in de artikelen 6:119a en 6:119b van het BW is alleen sprake bij een overeenkomst naar burgerlijk recht. Met de toekenning op aanvraag van een tegemoetkoming in de planschade wordt een publiekrechtelijk rechtsgevolg in het leven geroepen. Dit rechtsgevolg houdt in dat het college verplicht is die vergoeding aan de aanvrager uit te keren. Die uitkering vloeit niet voort uit een handelsovereenkomst naar burgerlijk recht, maar uit een publiekrechtelijke rechtsbetrekking. Op de berekening van de hoogte van de wettelijke rente zijn de artikelen 6:119a en 6:119b van het BW dus niet van toepassing.
ABRS 13-03/19 inzake Heiloo (ECLI:NL:RVS:2019:777)