Planschade: aanvullende werking bouwverordening

Nu de Bouwverordening 1932 op de peildatum was ingetrokken verloor de verwijzing naar deze verordening in de in artikel 1, eerste lid, van de voorschriften van het bestemmingsplan “Uitbreidingsplan Oost” neergelegde voorrangsregeling haar kracht. Ten tijde van de peildatum kon alleen de bouwverordening uit 1993 de aanvullende werking hebben als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Woningwet bij het bepalen van de maximale gebruiks- en bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan “Uitbreidingsplan Oost”. Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank met juistheid geoordeeld dat de planvergelijking in het herziene advies van Thorbecke van 16 september 2015 op onjuiste uitgangspunten is gebaseerd en dat het college dat advies daarom niet aan zijn besluitvorming ten grondslag mocht leggen.

ABRS 06-06/18 inzake Almelo (ECLI:NL:RVS:2018:1863)

Noot: voor aanvullende werking bouwverordening zie onder meer ABRS 13-04/16 (ECLI:NL:RVS:2016:985), Maximale invulling geluidschermen Waddinxveen.