Vonnis onteigening ruwe bouwgrond bedrijventerrein Barneveld

Rechtbank Gelderland 28-03/18 (–nog– niet gepubliceerd); ter griffie is cassatieverklaring afgegeven.

  • onteigend voor wegaanleg: niet elimineren, maar complexbenadering.
  • complexbenadering en niet, zoals door gedaagde betoogt, door wel te elimineren een verwachtingswaarde hoger dan de complexwaarde vanwege toezeggingen uit het verleden.
  • complexwaarde gerelateerd aan eerdere transacties in het gebied, met een prijsstijging wegens betere economische omstandigheden.
  • de weging van de wederzijds ingebrachte referentie transacties
  • rechtbank halveert nagenoeg de geclaimde deskundigenkosten, niet vanwege de gehanteerde uurtarieven, maar vanwege het (te) grote aantal uren in relatie tot de enerzijds de niet erg ingewikkelde casus en anders het financiële belang van de zaak.
  • gedaagde maakt aanspraak op vergoeding van BTW over de in rekening gebrachte deskundigenkosten. Rechtbank redeneert: het onteigende betreft bouwterrein en aldus een BTW belaste levering. Over de ruwe bouwgrondwaarde komt de BTW voor vergoeding in aanmerking (voor de gemeente schijnbaar verrekenbare BTW) en aldus kan de BTW over de deskundigenkosten door gedaagde verrekend worden en daarom hoeft de gemeente die BTW niet te vergoeden.

Zie ter illustratie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant: onteigeningsvonnis 09-07/14. (ECLI:NL:RBZWB:2014:465); “Aangezien de verleende deskundige bijstand betrekking heeft op de onteigeningsprocedure die zal leiden tot een voor de omzetbelasting vrijgestelde levering, is [gedaagde] niet aftrekgerechtigd ter zake van de omzetbelasting die drukt op de daaraan verbonden kosten. Die omzetbelasting vormt derhalve een schadepost, die vergoed dient te worden. “

Het verschil zit dus in enerzijds een BTW belaste levering (zaak Barneveld) en anderzijds een BTW vrijgestelde levering.

Noot: Zie ook ABRS 16-03/18 inzake Grex Barneveld – Harselaar-Driehoek (ECLI:NL:RVS:2018:903) betreffende complexbenadering van een toegangsweg bij het complex.

René van Hoogmoed was één van de rechtbankdeskundigen.