Nogmaals: criteria voorzienbaarheid

De voorzienbaarheid van een planologische wijziging dient beoordeeld te worden aan de hand van het antwoord op de vraag of ten tijde van de investeringsbeslissing, bijvoorbeeld ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak, voor een redelijk denkend en handelend koper, aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Voor voorzienbaarheid is niet vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft.

Met het oog op de beoordeling van de voorzienbaarheid dient het bestuursorgaan een vergelijking te maken tussen de ruimtelijke gevolgen van het planologische regime waarvan gesteld wordt dat het planschade heeft veroorzaakt en de ruimtelijke gevolgen van de voor de aanvrager meest ongunstige uitwerking van de in het beleidsvoornemen bedoelde ontwikkelingsmogelijkheden.

Bij het bepalen van de voorzienbaarheid van de schade komt geen betekenis toe aan de grootte van de ten tijde van de beslissing tot investering bestaande kans dat de schade niet zou ontstaan.

Voor het aannemen van voorzienbaarheid is niet vereist dat verwezenlijking van de schadeveroorzakende overheidsmaatregel volledig en onherroepelijk vaststaat, of dat deze maatregel in detail is uitgewerkt of dat de omvang van de nadelige gevolgen met nauwkeurigheid kan worden bepaald. Beslissend is of op het moment van investering de mogelijkheid van de schadeveroorzakende overheidsmaatregel zodanig kenbaar was, dat hiermee bij de beslissing tot investering rekening kon worden gehouden. (overzichtsuitspraak van 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2582).

Gezien de hiervoor aangehaalde pagina’s van het streekplan bestond ten tijde van de koop van de percelen in 2007 voor [appellante sub 1] aanleiding om rekening te houden met de kans dat de vestiging van een nieuw glastuinbouwbedrijf ter plaatse op termijn planologisch niet meer zou zijn toegestaan.

ABRS 28-02/18 inzake GS Gelderland (ECLI:NL:RVS:2018:719).

Noot: let wel, uitgaan van datum investeringsbeslissing en dan van de voor aanvrager meest ongunstige uitwerking van een beleidsvoornemen. Aldus een veel groter “bereik” van actieve risico aanvaarding dan een pure planvergelijking.