9.
Het Havenbedrijf, de gemeente en het college betogen dat de provinciale saneringseis in strijd is met de Onteigeningswet en de planschaderegeling in de Wro. Daartoe voeren zij aan dat provinciale staten en gedeputeerde staten om tot verwijdering van de niet langer gewenste windturbines te komen gebruik moeten maken van hun bevoegdheden op grond van de Wro om tot het wegbestemmen van dergelijke windturbines en op grond van de Onteigeningswettot onteigening van die windturbines over te gaan. De saneringseis leidt tot hogere kosten voor een initiatiefnemer dan de onteigeningsvergoeding of planschadevergoeding. Verder ontbreekt in de saneringseis een ruimtelijk relevante relatie tussen de locatie van de nieuw te bouwen windturbine en de locatie van de te saneren windturbines. Bovendien staat de saneringseis, anders dan na wegbestemmen en onteigening, er niet aan in de weg dat na de verwijdering van een windturbine opnieuw een windturbine kan worden gebouwd, aldus het Havenbedrijf en het college.
9.1.
De Wro, onder meer in artikel 6.1, stelt regels over de wijze waarop aan degene die in de vorm van een inkomensderving of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden als gevolg van onder meer het wegbestemmen van gebruik van gronden een tegemoetkoming in die schade wordt toegekend. Met het wegbestemmen en het toekennen van een tegemoetkoming is echter nog niet bereikt dat ongewenste bouwwerken door de eigenaar van de gronden waarop de bouwwerken staan, worden verwijderd. Om verwijdering te bereiken kan worden overgegaan tot onteigening van de gronden. De Onteigeningswet stelt regels over de te volgen procedure en de omvang van de schadevergoeding bij onteigening van gronden tegen de wil van de eigenaar. Deze wet sluit echter niet uit dat op een andere, minnelijke wijze zonder verkrijging van eigendom van gronden wordt bereikt dat ongewenste bouwwerken worden verwijderd.
ABRS 30-08/17 inzake gedeputeerde staten van Noord-Holland / Havenbedrijf Amsterdam (ECLI:NL:RVS:2017:2331).
Noot: provincie stelt als voorwaarde dat het bouwen of opschalen van één windturbine niet eerder geschiedt dan na verwijdering van ten minste twee andere windturbines op het grondgebied van de provincie