Schade in Groningen: gevolg aardbevingen NAM?

Bij het voorgaande slaat de voorzieningenrechter er uitdrukkelijk acht op dat NAM evenzeer heeft toegelicht, onder verwijzing naar de rapporten van Arcadis, W2N, [X] en Tandem, dat de scheefstand van de woning gedurende een periode van tenminste drie jaar stabiel is. Uit het rapport van Arcadis valt op te maken dat de scheefstand medio april 2014 ongeveer acht centimeter bedroeg en uit de overige rapporten kan worden opgemaakt dat de scheestand in 2017 nog ongeveer even groot is.

Dat heeft [eiser] niet, dan wel onvoldoende weersproken. [eiser] heeft de stelling van NAM dat de inschatting van de aardbevingsdreiging ter plaatse van de woning substantieel (van 0,28 g naar 0,16 g) is bijgesteld niet (gemotiveerd) betwist, evenmin als de zijdens NAM overgelegde seismische dreigingskaart van het KNMI (productie 9 zijdens NAM), waaruit voormelde bijstelling volgt. Niet onvermeld dient te blijven dat NAM ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft verklaard – nummer 28 van de pleitnota van NAM – dat zij in de eerste week van juli 2017 (week 27) stabiliserende werkzaamheden zal laten uitvoeren aan het haar in eigendom toebehorende pand. Zijdens NAM is voorgesteld om dergelijke werkzaamheden ook aan de woning van [eiser] te (laten) verrichten. Mede ook nu dat hetgeen is wat Tandem heeft voorgesteld, is het voor de voorzieningenrechter niet, althans niet goed te begrijpen waarom [eiser] op dit voorstel van NAM niet is ingegaan.

Rechtbank Noord-Nederland (kort Geding) 18-07/17 inzake NAM (ECLI:NL:RBNNE:2017:2654).