Rechtbank Noord-Nederland 20-06/17 inzake verkochte woning Schildwolde (ECLI:NL:RBNNE:2017:2176).
Eiser heeft woning verkocht en dagvaardt NAM omdat hij zonder aardbevingsproblematiek een hogere verkoopwaarde had kunnen bedingen.
Een door eiser ingeschakelde taxateur gebruikt referentiepanden van binnen het risicogebied (lees bevingsgebied) en dat is onvoldoende om de schade als gevolg van de bevingen in beeld te brengen. Immers daarvoor zouden adequate referenties van buiten het risicogebied (het zogenoemde referentie gebied) gebruikt moeten worden.
Ook anderszins onderbouwt eiser zijn claim inadequaat en hij neemt zelfs geen akte met betrekking tot onderstaande opmerkingen van de kantonrechter.
De kantonrechter heeft op de comparitie aandacht besteed aan genoemd rapport van Jansen e.a. en ook aan het verslag van de in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen gehouden Critical Review . Daarbij heeft de kantonrechter aandacht gevraagd voor de in het verslag vermelde “gedeelde inzichten” dat macro-onderzoek nimmer een deugdelijke uitspraak kan doen over de waardedaling van individuele panden, maar ook dat het de vraag is in hoeverre het model dat ten grondslag ligt aan de waarderegeling van NAM een betrouwbaar antwoord geeft op de vraag hoeveel een pand in waarde is gedaald door de aardbevingen en, ten slotte, dat de compensatieregeling ruimhartiger moet om individuele burgers niet het slachtoffer te laten worden van onzekerheid van modellen.
Noot: de vraag is of eiser zijn claim via de waarderegeling NAM en de daarop betrekking hebbende driedeskundigentaxatie heeft proberen te verhalen. Die geeft een duidelijk beeld van de vermogensvergelijking: waarde-ist (rekening houdende met aardbevingsproblematiek en met referenties uit het risicogebied) vergelijken met waarde-soll (wat was de opbrengst geweest het bevingsrisico weggedacht, met referenties van buiten het risico gebied).
Van Hoogmoed heeft inmiddels ervaring met deze regeling als voorzitter van diverse driedeskundigencommissies.
