Conclusie A-G (ECLI:NL:PHR:2017:292) bij het arrest HR 09-06/17 inzake Maastricht/ VADO Properties Maastricht B.V. (ECLI:NL:HR:2017:1069).
De geschiedenis getuigt van de bedoeling van de wetgever om bij de ‘zorgvuldig opgebouwde jurisprudentie’ van uw Raad aan te sluiten. Tegen deze achtergrond zou ik willen verdedigen dat men art. 40 Ow dient te duiden in harmonie met het privaatrecht en het strafrecht en dus met de dubbele maatstaf van conditio sine qua non en redelijke toerekening.
Het tweede, het uitgangspunt van volledige schadeloosstelling, komt in hetzelfde art. 40 Ow tot uitdrukking (‘een volledige vergoeding voor alle schade’) en heeft bovendien met art. 14 Grondwet en art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM gedeeltelijk een constitutioneel fundament. Dat uitgangspunt onderstreept mijns inziens dat er geen aanleiding bestaat voor een beperktere opvatting van het causaal verband binnen het onteigeningsrecht dan daarbuiten. De aard van de norm (compensatie voor eigendomsontneming) pleit integendeel voor een ruime toerekening van schade als een gevolg van de onteigening.
Bij het voorgaande komt nog dat de opvatting volgens welke iets geen onteigeningsgevolg is indien het contractsgevolg is, ook geen steun vindt in de meer recente rechtspraak* van uw Raad. In die rechtspraak is meer dan eens schade, die erin bestaat dat als gevolg van de onteigening een door de onteigende eerder aangegane overeenkomst voor hem nadelig uitpakt, vergoedbaar geoordeeld, zonder dat dit als een uitzondering op de regel werd geformuleerd. Maar zoals gezegd, het middel bevat met betrekking tot het door de rechtbank gekozen uitgangspunt geen klacht, zodat ik het wat betreft deze kwestie hierbij zal laten.
* Sinds HR 9 december 1992, ECLI:NL:HR:1992:AC1174, NJ 1994/3 m.nt. R.A. van Mörzer Bruyns (Rotterdam/Deuren-Centrum) geldt, onder vigeur van het huidige art. 43 Ow, dat de onteigenaar de onteigende dient schadeloos te stellen, wat uiteraard veronderstelt dat het contractsgevolg dat de onteigende in verband met de vervroegde aflossing een boete verschuldigd is, tevens onteigeningsgevolg is.
Noot: hier is het laatste woord nog niet over gezegd. HR verwijst het geding naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Het is ons uit ervaring bekend dat het causaal verband een terugkerend onderwerp in onteigeningszaken is. Zie ook HR 17-11/66 inzake Helmond / Van den Biggelaar.