Aanvullende inkomensschade naast werkelijke waarde via huurkapitalisatie?

Bij de beoordeling van het onderdeel wordt vooropgesteld dat, hoewel de deskundigen in hun advies de werkelijke waarde van de onteigendezaak hebben berekend aan de hand van huurwaardekapitalisatie, zowel de deskundigen als de rechtbank (in rov. 2.6.3) zijn uitgegaan van de veronderstelling dat Vado met de onteigeningsvergoeding een ‘vergelijkbaar beleggingspand’ zal kunnen verwerven. Anders dan het onderdeel betoogt, is niet met die veronderstelling onverenigbaar dat Vado inkomensschade lijdt door de omstandigheid dat een besparing op de posten ‘onderhoudsverzekering’ en ‘beheer’ verloren gaat. De rechtbank heeft immers overwogen dat die besparing bij de bepaling van de werkelijke waarde buiten beschouwing is gelaten (rov. 2.6.1 slot). Dit wordt miskend door het onderdeel, waar het stelt dat een gelijkwaardige huurwaarde gelijk staat aan een vergelijkbare (inkomens)potentie. Voorts spreekt niet vanzelf dat de posten ‘onderhoudsverzekering’ en ‘beheer’ bij een pand met vergelijkbare huurwaarde eveneens een vergelijkbare grootte hebben.

HR 09-06/17 inzake Maastricht/ VADO Properties Maastricht B.V. (ECLI:NL:HR:2017:1069).

Noot: het “normale” inkomen (netto huuropbrengst) is in de huurwaardekapitalisatie begrepen. Zie ook . ABRS 29-06-2000 inzake Vlaardingen (BR 2001, blz 592), planschade: beide schadesoorten hebben dezelfde bron + HR 20-04-1977 Van Asch / Soest (NJO 1977, 10).