Als gevolg van het wijzigingsplan is de nevenbestemming ‘Zone waterschapsbelang’ (met een vergunningsplicht voor vergraven e.d) voor een aantal percelen of perceelsgedeelten komen te vervallen. Voor zover de nevenbestemming is komen te vervallen, moet dit als een voordelige ontwikkeling worden beschouwd nu de met die bestemming gepaard gaande beperkingen ook zijn komen te vervallen, en voor zover de nevenbestemming is gehandhaafd, is er geen planologische mutatie opgetreden. Dit betekent dat het wijzigingsplan geen planologische verslechtering behelst, zodat [appellant] geen planschade heeft geleden, aldus de commissie.
ABRS 15-03/17 inzake Olst-Wijhe (ECLI:NL:RVS:2017:691).
Noot: René van Hoogmoed maakte deel uit van de commissie die in augustus 2015 in deze zaak advies uitbracht aan het college. De grondeigenaar begreep niet dat er voor zijn perceel geen sprake was van een planologische mutatie, waardoor er dus sowieso geen planologische verslechtering kon zijn.