Vernatting bosperceel: geen nadeelcompensatie vanwege voorzienbaarheid

Anders dan de stichting betoogt is voor de vraag of haar risicoaanvaarding kan worden tegengeworpen het moment van investering niet het planten van de bomen, maar de aankoop van de percelen door haar, nu dat het eerste moment was dat de stichting rekening kon houden met de mogelijkheid dat een overheidsmaatregel schade zou veroorzaken aan de percelen. Dit betekent dat voor de vraag of de stichting risicoaanvaarding kan worden tegengeworpen relevant is of ten tijde van de aankoop van de percelen in 2004 de mogelijkheid van een schadeveroorzakende overheidsmaatregel voor haar kenbaar was. Dit in reactie op stelling aanvrager dat hij de bomen al geplant had voorafgaande aan datum aankoop en er ten tijde van die boomaanplant geen voorzienbaarheid gold.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 30 juni 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BM9640) is voor het aannemen van risicoaanvaarding niet vereist dat verwezenlijking van de schadeveroorzakende overheidsmaatregel volledig en onherroepelijk vaststaat, of dat deze maatregel in detail is uitgewerkt of dat de omvang van de nadelige gevolgen met nauwkeurigheid kan worden bepaald. Beslissend is of op het moment van investering, in dit geval de aankoop van de percelen, de mogelijkheid van de schadeveroorzakende overheidsmaatregel zodanig kenbaar was, dat hiermee bij de beslissing tot investering rekening kon worden gehouden.

ABRS 15-03/17 inzake waterschap Limburg (ECLI:NL:RVS:2017:676).