Bij akte van 11 augustus 1954 heeft de Gemeente aan de speeltuinvereniging een perceel grond in gebruik gegeven met het recht daarop een clubhuis te bouwen. Bij de ingebruikgeving is overeengekomen dat bij opzegging van het gebruik door de Gemeente de stichting een door een dienst van de Gemeente te bepalen vergoeding voor het clubhuis ontvangt. De Gemeente zegt de huurovereenkomst op en biedt een vergoeding voor het clubhuis aan. Het hof kwalificeert de ingebruikgeving als een overeenkomst van bruikleen. Het hof bekrachtigt het oordeel van de rechtbank dat de overeenkomst rechtsgeldig is opgezegd. Over de vraag of de door de Gemeente ingeschakelde WOZ taxateur in redelijkheid tot zijn getaxeerde waarde heeft kunnen komen wordt een deskundigenbericht gelast. De taxatierapporten van [D] wijken qua uitkomst zo sterk af van het door de Stichting overgelegde taxatierapport van ID Makelaars Bedrijfsmakelaardij, zonder dat het hof duidelijk is waarop dat is gebaseerd, dat daardoor twijfel is gerezen of de taxatie van [D] aan de gebruikelijke waarderingsnormen voldoet.
Hof Arnhem-Leeuwarden 07-03/17 inzake gemeente Hilversum (ECLI:NL:GHARL:2017:1941).
Noot: een soortgelijke discussie speelt bij einde recht van erfpacht en/of opstal bij de taxatie van de door de grondeigenaar over te nemen opstallen.