Te hoog voorschot: nieuwe aanpak

Het onderdeel klaagt terecht over de veroordeling tot betaling van wettelijke rente over het terug te betalen bedrag vanaf het moment dat het voorschot aan de onteigende is betaald. Die veroordeling is in strijd met de in de rechtspraak van de Hoge Raad aanvaarde regel dat bij de berekening van de aan de onteigende toekomende schadeloosstelling de voor hem uit de onteigening voortvloeiende voor- en nadelen met elkaar verrekend moeten worden, met dien verstande echter dat die voordelen niet in mindering mogen worden gebracht op de vergoeding wegens het verlies van de werkelijke waarde van het onteigende.

Nieuw:

Thans moet gelden dat bij de vaststelling van de schadeloosstelling geen rekening moet worden gehouden met voordelen die de onteigende eventueel kan genieten uit het (achteraf bezien) te hoge voorschot dat hem na de vervroegde onteigening is betaald.

Gelet op het voorgaande moet aanvaard worden dat geen plaats is voor verrekening van een eventueel voordeel dat voor de onteigende was verbonden aan een te hoog bepaald voorschot. Indien de rechter de schadeloosstelling heeft vastgesteld op een lager bedrag dan het aan de onteigende toegekende voorschot, moet op dit punt dan ook volstaan worden met een veroordeling op de voet van art. 54t lid 3 Ow tot terugbetaling van het teveel ontvangene.

Het voorgaande laat onverlet dat de onteigende over het door hem terug te betalen bedrag wettelijke rente verschuldigd is over de periode dat hij met de voldoening daarvan in verzuim is (art. 6:119 BW).

HR 27-01/17 inzake Utrecht/Leidsche Rijn (ECLI:NL:PHR:2016:986) en (ECLI:NL:HR:2017:94)

Noot: dus geen voordeelsverrekening van rente over te hoog voorschot, ook niet voor verrekening van andere nadelen dan de werkelijke waarde. In de zaak HR 24-06/11 Tynaarlo / Stroetinga (LJN: BQ1689) gold nog:. Conclusie AG: wanneer het aan de onteigende toegekende voorschot de hem uiteindelijk toekomende schadeloosstelling te boven gaat,  is het genot van dat voorschot een voor verrekening in aanmerking komend voordeel. Noot: Rechtbank had gerekend met 2% terug te betalen rente uitgaande van de aanwending die een redelijk handelend onteigende aan het voorschot zal geven met inachtneming van de kans dat dit voor een deel zal moeten worden terugbetaald. TBR 2011 blz. 858 met noot Sluysmans