Aanvrager om tegemoetkoming planschade heeft in verleden grond verkocht ten behoeve van nieuwe woonwijk.
Niet in geschil is dat op de verkochte grond destijds de bestemming “Agrarische doeleinden II” rustte en dat, uitgaande van die bestemming voor de grond in 1998, een hogere prijs is betaald dan toen gebruikelijk was.
De rechtbank stelt voorts vast dat uit de in 1998 gesloten koopovereenkomst onder meer blijkt dat de grond ten behoeve van werkzaamheden in het kader van infrastructuur en/of voor het bouwrijp maken ten behoeve van woningbouw en/of andere bouwwerken is aangekocht. Weliswaar blijkt uit de koopovereenkomst niet dat de overeengekomen grondprijs mede strekt ter vergoeding van planschade, maar daaraan komt in dit geval geen beslissende betekenis toe, nu het tegendeel daaruit evenmin blijkt.
Rechtbank Noord-Holland inzake Hoorn (RBNHO:2013:10937)
Noot: zie ABRS 13-11/13 inzake Noordenveld (RVS:2013:1895) als “uitzondering” op de ”schadevergoeding anderszins”, vanwege contractuele bepaling.