Het door Langhout getaxeerde schadebedrag van € 20.000,00 per perceel komt neer op een waardedaling van het perceel aan [locatie 2] van 2,6% en een waardedaling van de percelen aan [locatie 3] en [locatie 1] van ieder 3,2%. De WOZ-waarde van het perceel aan [locatie 1] per 1 januari 2011 is, na bezwaar door [appellant A], met 10,1% verlaagd. Uit de toelichting blijkt dat deze verlaging uitsluitend het gevolg is van de overlast door de windturbines. Voorts blijkt uit de toelichting op de WOZ-waarde van de percelen aan [locatie 3] en [locatie 1] per 1 januari 2014 dat met de ligging van de woningen nabij windturbines, een waterskibaan en een tuincentrum rekening is gehouden door een korting op de WOZ-waarde toe te passen van 25%. Gelet op de bij de WOZ-waardes gegeven toelichting kan de stelling van het college ter zitting dat het verschil in taxaties is te verklaren door de financiële crisis dan ook niet worden gevolgd. Nu een aanzienlijk verschil bestaat tussen de waardedaling in het kader van planschade en de waardedaling in het kader van de WOZ-waarde, had het op de weg van het college gelegen om het besluit van 26 november 2014 op dit punt van een nadere motivering te voorzien.
ABRS 30-11/16 inzake Heerhugowaard (ECLI:NL:RVS:2016:3196).