De rechtbank is, anders dan de Staat, van oordeel dat bij de begroting van de schadeloosstelling als uitgangspunt dient te worden genomen dat het bedrijf [bedrijf F] wordt gereconstrueerd met een eigen studio in het bedrijfspand. De aanwezigheid en het daarmee te allen tijde kunnen beschikken over een eigen geluidsstudio vormt een dusdanig belangrijk element van de onderneming van [gedaagde sub 1 en A t/m E] en is daarmee zodanig verweven dat reconstructie met studio gerechtvaardigd is, ongeacht of de studio op zichzelf een winstgevend element oplevert. Door de aanwezigheid van de studio onderscheidt het bedrijf zich namelijk van andere bedrijven in de branche -welke in overwegende mate geconcentreerd zijn in en nabij de randstad- en kan het bedrijf de artiest een totaalconcept bieden. Dat maakt dat sprake is van een “Unique Selling Point” (USP): het unieke en onderscheidende kenmerk van het bedrijf [bedrijf F] .
Deskundigen hebben dit onderkend en zijn bij de begroting van de schadeloosstelling -hoewel de bijdrage aan de omzet die direct volgt uit het gebruik van de geluidsstudio relatief beperkt is, en reconstructie van de studio extra schade met zich brengt- dan ook, naar het oordeel van de rechtbank terecht, uitgegaan van reconstructie van de studio.
Rechtbank Oost-Brabant 21-09/16 inzake Staat / Van Dun q.q. (ECLI:NL:RBOBR:2016:5157).
Noot: per saldo een financiële c.q. economische overweging. Zoals bekend kunnen ook andere dan financiële overwegingen een rol spelen bij de keuze voor reconstructie.
HR 15-11/02 Den Haag/El Yahiaoui (islamitische slager) BR 2003 blz. 230.
HR 09-05/03 Pacific Travel Centre b.v./gem. Den Haag (BR 2004 blz. 262); bij beoordeling liquidatie dan wel reconstructie huurder bedrijfsruimte: bij zakelijke overwegingen van een redelijk handelende vennootschap kunnen naast de winst ook andere belangen van haar aandeelhouders een rol spelen.
