Niet in geschil is dat [appellant] schade heeft geleden in de vorm van waardevermindering van zijn woning ter hoogte van € 10.000,00 en dat een bedrag van € 6.100,00, zijnde 2% van de waarde van de woning van [appellant] onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, op de voet van artikel 6.2, tweede lid, van de Wro, voor zijn rekening dient te worden gelaten. In geschil is of de planschade, voor zover deze het wettelijke forfait van 2% overschrijdt, voor rekening van [appellant] dient te worden gelaten.
Gemeentelijke adviseur: 2% NMR contra B en W: geheel NMR.
In dit geval gaat het om de bouw van een woning, onderdeel van een project van vier woningen, op een bouwperceel in de buurtschap “Lankes”. Lankes grenst aan de noord- en westzijde aan een bedrijventerrein en aan vliegbasis Volkel en aan de zuidzijde aan een woongebied en een rondweg. In de omgeving van het plangebied bevinden zich soortgelijke vrijstaande woningen als met het nieuwe bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Weliswaar is de nieuwe woning groter dan de woningen direct ten zuiden van de nieuwe woning, maar dat laat onverlet dat, gelet op het ter plaatse toepasselijke planologische regime, de nieuwe woning wat betreft de maximale bouwhoogte, het maximale bouwvolume en de grootte van het bouwperceel nagenoeg vergelijkbaar is met de overige woningen in de directe omgeving. Het college heeft voorts ter zitting nader toegelicht dat in Lankes woningen worden gebouwd met verschillende bouwhoogtes en bouwvolumes en dat de bouwhoogte een gebruikelijke is voor woningen in de gemeente Uden. Het college heeft in diens reactie op het conceptadvies van Antea toegelicht dat Lankes niet langer een vrije ligging heeft in het landschap, maar dat dit buurtschap in de loop der jaren steeds verder omsloten is geraakt door stedelijke functies. Voorts heeft Lankes zich ontwikkeld tot een bebouwingscluster, waarbij de agrarische functie van Lankes in toenemende mate is vervangen door een woonfunctie. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat het bebouwen van open plekken met woningen in dit bebouwingscluster, zoals in het onderhavige geval, aansluit bij de wijze waarop Lankes is gegroeid in de loop der jaren en een versterking betekent van de structuur van het gebied en aansluit bij het karakter van de buurt. [appellant] heeft het tegendeel niet aannemelijk gemaakt.
Gelet op het voorgaande past de ontwikkeling naar haar aard en omvang binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving van het plangebied, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen.
De rechtbank heeft terecht overwogen dat het betrokken gebied in het gemeentelijke beleidsnota “Nader begrensde bebouwingsconcentraties in het buitengebied van Uden”, vastgesteld door de raad van Uden op 15 februari 2007, is aangewezen als “zoekgebied voor nieuwe woningen”. Uit het vorenstaande volgt dat de planologische ontwikkeling in dit geval gedurende een ruime periode in de lijn der verwachtingen lag. Gelet voorts op de relatief geringe omvang van de schade, 3,29%, alsmede de afstand van de nieuwe woning tot de woning van [appellant] van 35 m, is de schade daarnaast niet onevenredig.
ABRS 14-09/16 inzake Uden (ECLI:NL:RVS:2016:2487).
Noot: zie noot Mulder c.s. TBR 2016 bl. 732: planschade bij inbreidingslocatie stappenplan
- is er sprake van normale maatschappelijke ontwikkeling, die
- in de lijn der verwachtingen lag omdat
- de ontwikkeling naar haar aard en omvang past binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving van het plangebied (niet feitelijke situatie, maar ter plaatse toepasselijke planologische regime is leidend). De bebouwing past in het karakter van de buurt en sluit aan op de plaatselijke situatie.
- de ontwikkeling past binnen gemeentelijke en provinciaal beleid.
- is aan voorwaarden 1 en 2 voldaan, dan nog niet noodzakelijk geheel NMR. Als schade onevenredig is in verhouding tot de waarde, dan wel tegemoetkoming.