Ongelijkmatige bodemdaling in landbouwpercelen in Groningen wordt niet door gaswinning veroorzaakt. Tot die conclusie komt onderzoeksbureau Sweco; de vroegere Grontmij.
Die heeft de situatie op landbouwpercelen in Rottum en Wittewierum onderzocht. RTV Noord heeft de hand weten te leggen op het nog geheime onderzoek. Het is gehouden in opdracht van de Commissie Bodemdaling.
Landbouworganisatie LTO Nederland had op zo’n onderzoek aangedrongen, na klachten van boeren over verzakkingen op delen van hun grond. Dat levert onder meer problemen op met drainagesystemen. De landbouwers zijn er van overtuigd dat dit door de gaswinning wordt veroorzaakt.
Oorzaak
Maar daar is volgens Sweco geen sprake van. Wel wordt geconstateerd dat landbouwgrond lokaal is gedaald. Dat is op een aantal plekken verergerd na de toename van het aantal aardbevingen vanaf 2009. Toch ligt de oorzaak van deze zogenoemde maaiveldverlagingen volgens de onderzoekers niet bij de gaswinning.
‘Het lijkt niet aannemelijk dat ongelijkmatige bodemdaling op perceelsniveau door gaswinning wordt veroorzaakt dan wel versterkt,’ concluderen de onderzoekers.
Andere factoren
Er wordt op gewezen dat bodemdaling door de zogenoemde compactie van het gasreservoir traag verloopt en niet met het oog waarneembaar is. De plaatselijke dalingen van het maaiveld worden veroorzaakt door andere factoren, luidt de conclusie.
Daarbij gaat het ‘autonome bodemdalingsprocessen’ al dan niet in combinatie van menselijke ingrepen. Bij dat laatste wordt onder meer het dempen van sloten genoemd.
Landbouwpercelen
Deze conclusie is gebaseerd op twee door LTO aangewezen landbouwpercelen. Het gaat daarbij om een akkerbouwperceel in Rottum met klei als ondergrond. En grasland in Wittewierum, waar de bodem bestaat uit een kleilaag op veen.
In Rottum is de bodem tussen 1960, de start van de gaswinning, en vorig jaar met 30 centimeter gedaald. Op het onderzochte perceel in Wittewierum daalde bodem drastischer: met 45 centimeter. En dat ligt 15 centimeter hoger dan de 30 centimeter bodemdaling waar volgens de berekeningen van de NAM in het hele gebied sprake van is.
Slappe klei
Dat zou er op kunnen duiden dat de bodemstructuur van slappe klei en veenlagen in Wittewierum bij aardbevingen voor extra bodemdaling zorgt. Daar willen de onderzoekers niet aan. ‘Ongelijkmatige bodemdaling door verweking, verdichting van losgepakte zand- en ziltlagen als gevolg van aardbevingen, lijkt niet aannemelijk op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten en recente satellietmetingen. Ook zijn geen wellen, zandfonteinen of scheefgezakte objecten op de onderzoekslocaties waar te nemen,’ aldus de onderzoekers.
Toename aardbevingen
Boeren in het gebied hebben de onderzoekers laten weten dat de bodemdalingen in hun grond zich vooral voordoen na de toename van het aantal aardbevingen vanaf 2009. Dat is voor de onderzoekers aanleiding geweest extra hoogtemetingen in het gebied te doen. Daaruit blijkt er lokaal vanaf dat jaar hoogteverschillen tot 15 centimeter zijn ontstaan.
Er wordt gepleit voor gedetailleerder vervolgonderzoek op landbouwgronden. Daarbij gaat het met name om meetmethodes, die direct gegevens opleveren bij zwaardere aardbevingen in het gebied.
Door: RTV Noord
LTO wil meer studie naar bodemdaling; Nieuwe Oogst 25-07/16