Volgens het advies is de waarde van de woning van [appellant] op de peildatum 17 april 2008 van € 445.000,00 naar € 437.000,00 gedaald, hetgeen een waardevermindering van € 8.000,00 betekent. De waarde van de woning is op de peildatum 28 januari 2011 van € 425.000,00 naar € 403.000,00 gedaald, hetgeen een waardevermindering van € 22.000,00 betekent. Omdat het bedrag van € 8.000,00 minder is dan het ingevolge artikel 6.2, tweede lid, geldende normale maatschappelijke risico komt dit volgens het advies niet voor vergoeding in aanmerking. Het voor de tweede planologische maatregel geldende normale maatschappelijk risico bedraagt € 8.500, zodat een tegemoetkoming van € 13.500,00 resteert.
Gelet hierop is de bouw van de woningen vervat in twee planologische besluiten, zodat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college, onder verwijzing naar het advies van de SAOZ, terecht twee planvergelijkingen heeft gemaakt en op beide schadebedragen, die volgen uit die vergelijkingen, terecht het normale maatschappelijke risico in mindering heeft gebracht.
De rechtbank heeft in dat verband terecht overwogen dat van enig vooropgezet plan van het college om op deze wijze twee keer het normale maatschappelijke risico in mindering te kunnen brengen niet is gebleken.
ABRS 20-08/14 inzake Weert (RVS:2014:3126).
Noot: als gemeente bewust bouwmogelijkheden in meerdere “plannen” stopt om meerdere keren aftrek toe te passen van Normaal Maatschappelijk Risico dan lijkt het redelijk om voor een andere aanpak te kiezen.
De aanpak van twee keer aftrek NMR was ook al aan de orde in ABRS 19-02/14 inzake Roermond (RVS:2014:518).