Weliswaar een planologisch nadeliger situatie. Maar schadeveroorzakende plan komt te vervallen als het bestemmingsplan “Herziening centrumgebied Waalwijk” in werking treedt en het nadeel wordt door laatstgenoemd plan grotendeels weggenomen. De resterende schade komt niet uit boven het in artikel 6.2, tweede lid, van de Wro genoemde forfait, zodat [appellant sub 2] geen aanspraak op een tegemoetkoming heeft. Ingeval het bestemmingsplan “Herziening centrumgebied Waalwijk” niet in werking treedt, zal het college [appellant sub 2] alsnog een tegemoetkoming van € 39.500,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van indiening van het verzoek tot de datum van uitbetaling, betalen.
ABRS 16-07/14 inzake Waalwijk (RVS:2014:2645):
Nu het college bij het besluit van 22 maart 2013 aan [appellant sub 2] ondubbelzinnig heeft toegezegd dat het hem, ingeval het bestemmingsplan “Herziening centrumgebied Waalwijk” niet in werking zou treden – wat ten tijde van evengenoemd besluit nog mogelijk was – een bedrag van € 39.500,00 ter zake van door hem als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Centrumgebied Waalwijk” geleden planschade zou toekennen, moet worden geoordeeld dat de tegemoetkoming in de planschade, als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, van de Wro, met voldoende zekerheid vast stond.
Noot: geen voordeelsverrekening, maar schadevergoeding anderszins. Vergelijk ABRS 27-04/05 inzake Raalte/ Oude Vrielink (AT4747)