Voor het in artikel 6.1, eerste lid, van de Wro gemaakte onderscheid tussen roerende en onroerende zaken bestaat, gelet op het doel van de planschaderegeling, een objectieve en redelijke rechtvaardiging. De Afdeling overweegt ter precisering van haar eerdere rechtspraak hierover (uitspraken van 14 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:32, en 18 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3750) het volgende.
ABRS 24-09/25 inzake Eindhoven (ECLI:NL:RVS:2025:4538)
Noot: vergelijkbaar ABRS 24-09/25 (ECLI:NL:RVS:2025:4532)