Niet in geschil is dat hoogte van de schadeloosstelling bij onteigening van de [naam4] onder meer afhankelijk is van de pachtdruk, welke op zijn beurt weer afhangt van de leeftijd van de pachter, de vraag of deze een opvolger heeft, de looptijd van de pachtovereenkomst en de pachtprijs. Niet in geschil is dat er enkele oudere pachters zonder opvolger waren, zodat het waarschijnlijk is dat de pachtdruk – en daarmee de verwachte schadeloosstelling bij onteigening, in de loop van 2017 is gewijzigd.
Verder is tussen partijen niet in geschil dat de waarde van het bloot eigendom van de panden [adres] 1 en 3 in 2017 verder ‘volloopt’ (en derhalve de verwachte schadeloosstelling beïnvloedt), omdat het opstalrecht voor beide adressen zou vervallen op 1 oktober 2026. Reeds hierom kan naar het oordeel van het Hof de verwachte schadeloosstelling niet worden gevonden door aan te sluiten bij een in 2017 ongewijzigd bod van de Staat. r.o. 4.11
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19-08/25 (ECLI:NL:GHARL:2025:5185)
Noot: belastingplichtige beriep zich op een aanbod van Rijkswaterstaat in 2017 inzake Hedwigepolder.
