De rechtbank oordeelt dat schending van de erfdienstbaarheid het besluit tot onteigening niet onrechtmatig maakt. Verder kan aan de hand van de stellingen van de eigenaar over de nieuwe verkeersinrichting niet de gevolgtrekking worden gemaakt dat de Kroon niet in redelijkheid tot het onteigeningsbesluit had kunnen komen. Het beroep op schending van de onderhandelplicht van artikel 17 Ow faalt; jegens de eigenaar heeft de gemeente haar verplichtingen voldoende in acht genomen en de huurder komt geen beroep op artikel 17 Ow toe.
Rechtbank Rotterdam, 23-07/25 inzake Rotterdam/URBI INVESTMENT 2 SUB B B.V. en huurder 3B (ECLI:NL:RBROT:2025:9994)
Noot: onder het oude recht (dat in casu van toepassing is) moet de onteigeningsrechter wat betreft de noodzaak tot onteigening en de afweging van de betrokken belangen beoordelen of de Kroon in redelijkheid tot het onteigeningsbesluit heeft kunnen komen.
Noot 2: Sjoerd van Hoogmoed is in deze zaak benoemd als rechtbankdeskundige en weet dat er inmiddels cassatie is ingesteld.