Stelling gelaedeerde: in een vergelijkbaar geval kwam een andere schadedeskundige op een hoger bedrag dan in “zijn” dossier.
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel omdat het college voldoende heeft gemotiveerd waarom hij een andere deskundige heeft ingeschakeld voor de schadebeoordeling van het perceel van eiser. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat in het advies van SAOZ over de [locatie 3] is uitgegaan van een verkeerd uitgangspunt over het oude planologische regime. In het advies van de commissie bezwaarschriften is hierover onderbouwd dat het advies van SAOZ over de [locatie 3] bij de vergelijking van de planologische regimes ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de planologische mogelijkheid van teeltondersteunende voorzieningen. Langhout & Wiarda heeft wel rekening gehouden met deze voorzieningen, bestaande uit voorzieningen met een hoogte van 2,5 meter zonder beperking in oppervlakte. Dat verklaart dat er een verschil zit tussen de hoogte van de tegemoetkoming in planschade van de beide adviezen. Volgens vaste rechtspraak dient het nieuwe planologische regime te worden vergeleken met de maximale bouw- en gebruiksmogelijkheden van het oude planologische regime. Het betoog van eiser geeft geen aanknopingspunten voor het oordeel dat dit in het advies van Langhout & Wiarda op onjuiste wijze is gebeurd.
Rechtbank Gelderland 19-06/25 inzake West Maas en Waal (ECLI:NL:RBGEL:2025:4701)
Noot: Onder verwijzing naar de uitspraak van 22 augustus 2012 in zaak nr. 201113039/1/A2 overweegt de Afdeling dat de omstandigheid dat het college in andere gevallen een hoger schadepercentage voor de woningen heeft vastgesteld, niet betekent dat het college in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld door het schadepercentage van de woningen van [appellant A] en [appellant B] lager vast te stellen.
Zie ook ABRS 13-04/16 inzake Waddinxveen (ECLI:NL:RVS:2016:985).
Noot 2: In het kader van de vaststelling van het normaal maatschappelijk risico achtte de Afdeling in 2018 het gelijkheidsbeginsel wel van toepassing. Zie ABRS 03-10/18 inzake Soest (ECLI:NL:RVS:2018:3185). De vaststelling van de hoogte van het normaal maatschappelijk risico is dan ook meer een juridische aangelegenheid en minder dan een (schade)taxatie afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval.