In de uitspraak van 3 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2402, heeft de Afdeling voor het bepalen van de hoogte van het normale maatschappelijke risico, voor zover hier van belang, de volgende handvatten gegeven. Indien de ontwikkeling naar haar aard en omvang binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving en het gedurende een reeks van jaren gevoerde ruimtelijke beleid past, mag het bestuursorgaan een drempel van 5 procent van de waarde van de onroerende zaak toepassen. Indien aan één van beide indicatoren maar voor een deel wordt voldaan, is het hanteren van een drempel van 4 procent in beginsel aangewezen. Indien aan één van beide indicatoren in zijn geheel niet wordt voldaan of indien aan beide indicatoren deels wordt voldaan, is het hanteren van een drempel van 3 procent in beginsel aangewezen. Indien maar aan één van beide indicatoren voor een deel wordt voldaan, of als aan beide indicatoren in het geheel niet wordt voldaan, is in beginsel het toepassen van het minimumforfait van 2 procent, zoals bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wro, aangewezen.
Tussen partijen is niet in geschil dat de planologische ontwikkeling slechts gedeeltelijk in de ruimtelijke structuur van de omgeving paste. De vraag die voorligt is of de planologische ontwikkeling paste binnen het gedurende een reeks van jaren gevoerde ruimtelijk beleid. Volgens het advies van de SAOZ is dat het geval, omdat de percelen aan de Gelderdonksestraat 5 in het bestemmingsplan Buitengebied Zundert, dat bij raadsbesluit van 4 september 2012 is vastgesteld, een bedrijfsbestemming hebben gekregen.
Naar aanleiding van de tegen dat raadsbesluit ingestelde beroepen heeft de Afdeling in haar uitspraak van 24 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3481, het plandeel met deze bedrijfsbestemming vernietigd. In het reparatieplan is een poging gedaan om het door de Afdeling vastgestelde gebrek te herstellen.
Onder deze omstandigheden, waarbij het reparatieplan in een directe relatie met het bestemmingsplan Buitengebied Zundert staat, bestaat geen grond voor het oordeel dat de planologische ontwikkeling vanwege dat bestemmingsplan in een gedurende een reeks van jaren gevoerd ruimtelijk beleid paste. De rechtbank heeft dat niet onderkend. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 16 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1690.
Uit de onder 11.1 vermelde uitspraak van 3 november 2021 volgt dat als aan één van beide indicatoren deels is voldaan en aan één van beide indicatoren in het geheel niet is voldaan, het hanteren van een drempel van 2 procent is aangewezen. Dit betekent dat het college ten onrechte een drempel van 3 procent heeft toegepast.
ABRS 07-05/25 inzake Zundert (ECLI:NL:RVS:2025:2092)
Noot: NMR 2% in plaats van 3%, omdat de planologische ontwikkeling niet paste binnen het gedurende een reeks van jaren gevoerde ruimtelijk beleid, speciaal omdat ABRS jaren geleden zo’n bestemmingswijziging heeft vernietigd.