Conclusie A-G Kennemerland Beheer BV/gemeente Haarlemmermeer

Het bestemmingsplan voorziet in de realisering van een deel van de Groene As, een ecologische verbindingszone aan de zuidzijde van de Schipholweg te Badhoevedorp.

Partijen zijn betrokken bij een andere onteigeningsprocedure, waarbij het gaat om de onteigening van het overblijvende perceel ter grootte van 11 ha 55 a 90 ca ten behoeve van de realisatie van sportpark De Veldpost. De rechtbank heeft de onteigeningsvordering van de gemeente in die zaak toegewezen bij vonnis van 10 februari 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:1239). Tegen dat vonnis is door Kennemerland Beheer cassatie ingesteld.

A-G: eis inzake overleggen kroondossier onteigening dient te worden verworpen.

Artikel 843a Rv, waar Kennemerland Beheer zich op beroept, kan in dit verband alleen zien op bescheiden die ter beschikking van de gemeente staan of die de gemeente zelf onder haar berusting heeft. Anders dan Kennemerland Beheer heeft betoogd kan in het kader van artikel 843a Rv niet worden gesteld dat ook alle stukken aan de zijde van de Kroon (het door Kennemerland Beheer bedoelde ‘kroondossier’) ter beschikking van de gemeente staan enkel omdat de gemeente het in haar macht heeft deze stukken bij de Kroon op te vragen.

Het gelukt mij niet om in de klachten van Kennemerland van het onderdeel iets wezenlijks anders te zien dan een poging om groot te maken wat klein is.

A-G: Kennemerland Beheer heeft zich op het standpunt gesteld dat een deugdelijke planologische grondslag voor de onteigening ontbreekt.

Anders dan in artikel 3.39 Wet ruimtelijke ordening (Wro) voor de verhouding tussen bestemmingsplan en beheersverordening is geregeld, bestaat er geen wettelijke bepaling waaruit volgt dat door het enkele in werking treden van een bestemmingsplan de werking aan het voorgaande bestemmingsplan wordt ontnomen. Uit het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden-Oost en het bestemmingsplan 1e herziening in onderlinge samenhang bezien kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat bestemmingsplan 1e herziening voor wat betreft (onder meer) het te onteigenen perceel niets heeft toegevoegd aan het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden-Oost. Het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden-Oost is voor wat betreft de bestemming van het te onteigenen perceel niet gewijzigd en geldt nog onverkort. Gelet op beide bestemmingsplannen kan voor het te onteigenen perceel dan ook geen misverstand bestaan over de bestemming, zodat in zoverre de rechtszekerheid niet in geding is.

Het voorgaande leidt ertoe dat het betoog van Kennemerland Beheer dat de onteigening geen deugdelijke planologische grondslag heeft, wordt verworpen.

A-G ad zelfrealisatie: Anders dan Kennemerland Beheer heeft aangevoerd, heeft de Kroon in redelijkheid het standpunt van de gemeente kunnen volgen dat zelfrealisatie ondoelmatig is. Zie ook rechtsoverweging 4.19 vermelde recente arrest van 5 januari 2018 inzake Hertogin Hedwigepolder I.

A-G: De slotsom is dat geen van de aangevoerde onderdelen in het principaal cassatieberoep doel treft.

Conclusie A-G inzake Kennemerland Beheer BV/Haarlemmermeer d.d. 25-03/22 (ECLI:NL:PHR:2022:297)

Noot: Bij beschikking van 5 juli 2021 is een van de door de rechtbank benoemde deskundigen vervangen. Partijen hebben aangegeven dat zij er geen bezwaar tegen hebben dat de nieuw benoemde deskundige zelf de gesteldheid van het perceel opneemt, zonder aanwezigheid van de rechter-commissaris. René van Hoogmoed is die opvolgend deskundige. De planologische grondslag van de onteigening in relatie tot art. 40 c Ow speelt een belangrijke rol bij de waardering.