Omvang schade als gevolg van onrechtmatige besluitvorming bouwplan

Er is verzocht om vergoeding van de ten gevolge van de onjuiste motivering van het besluit van 16 maart 2011 geleden schade van € 474.284,00 wegens vertraging bij de realisering van het bouwplan en de verkoop van de helft van het woonhuis. Indien het college meteen te kennen had gegeven dat het bouwplan op het onderdeel van de kelders in strijd is met de bestemmingsplanvoorschriften, zou hij eerder in staat zijn geweest om het bouwplan aan te passen,

Afdeling heeft geoordeeld dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het voor schadevergoeding vereiste oorzakelijk verband tussen het besluit van 16 maart 2011 en de door [appellant] gestelde schade ontbreekt.

In het besluit van 31 augustus 2016 heeft het college uiteengezet, deels in afwijking van het daarin ingelaste advies van de bezwaarschriftencommissie van 29 augustus 2016, dat € 100.000,00 voor vergoeding in aanmerking komt wegens gederfde verkoopopbrengst van de tweede woning, € 509,12 voor extra parkeerkosten en € 5.488,58 voor het opstellen van het schaderapport. De totale schadevergoeding inclusief wettelijke rente bedraagt hiermee € 112.152,01.

ABRS: Bij de toerekening op grond van artikel 6:98 BW gaat het om de vraag of voldoende verband bestaat tussen de schade en de gebeurtenis waarvoor aansprakelijkheid bestaat.

[appellant] heeft eerst ter zitting heeft toegelicht dat hij rentekosten, inclusief bouwrente, vordert voor braakliggend bouwterrein in de periode 16 maart 2011 tot en met 7 februari 2013 en niet heeft beoogd te verzoeken om vergoeding van schade als gevolg van de misgelopen besparing op financieringskosten doordat hij het rekening-courant krediet niet heeft kunnen verlagen uit de verkoopopbrengst van het te bouwen woonhuis in Amstelveen. Het college heeft ter zitting aangegeven dat het alsnog wil reageren op het verzoek, zoals toegelicht ter zitting, en dat opnieuw moet worden gekeken naar de onderbouwing van de gestelde schade.

Nadere besluitvorming van B en W moet volgen.

ABRS 28-02/18 inzake Amstelveen (ECLI:NL:RVS:2018:647).

Noot: De Afdeling beoordeelt een hoeveelheid aan geclaimde schade componenten.

Het hanteren van de onjuiste weigeringsgronden in het besluit levert een zelfstandige onrechtmatige daad op die verplicht tot vergoeding van de daardoor geleden schade. (Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 04-07/12 inzake Someren; ECLI:NL:RVS:2012:BX0304.)