Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling spelen subjectieve elementen, zoals een negatieve gevoelswaarde bij een bestemming, geen rol bij de beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade. In de vergelijking tussen het oude en nieuwe planologische regime zijn slechts de ruimtelijke gevolgen en de objectief te verwachten overlast van een bestemming relevant. Vergelijk de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2582) (onder 2.12).
Dit uitgangspunt geldt tevens voor de vaststelling van een eventuele waardevermindering van een onroerende zaak.
ABRS 05-07/17 inzake Zuidring Wateringen-Zoetermeer (ECLI:NL:RVS:2017:1759).
Noot: zoals eerder door Hoogstate aangegeven zou het interessant zijn parallellen te zoeken met uitkoopregeling rijksoverheid van woningen onder hoogspanningslijn.
Noot 2: er zijn in de reeks uitspraken van deze datum ook zaken waar wel waardevermindering getaxeerd is, bijvoorbeeld ABRS 05-07/17 inzake Ministerie EZ (ECLI:NL:RVS:2017:1760): waarde woning
gedaald van € 450.000,00 naar € 427.500,00. -/- 2% NMR.